Het kabinet heeft op voorstel van de staatssecretarissen Van der Ploeg
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en De Vries van Verkeer en
Waterstaat gekozen voor een tijdelijke oplossing voor het uitgeven van
radiofrequenties. De zeven bestaande landelijke commerciele radiozenders
en de regionale commerciele stations kunnen hun vergunning verlengen.
Daarnaast is er ruimte op de landelijke FM voor twee nieuwe commerciele
zenders. Ook op de regionale FM is er ruimte voor nieuwkomers. Het
landelijk bereik wordt verdubbeld en het niet-landelijk bereik
verdrievoudigd. Nieuwkomers kunnen een vergunning verwerven op basis van
een bedrijfseconomische toets. Verlenging is mogelijk tot 1 september
2003. Voor die datum maakt het kabinet een keuze over de definitieve
verdeling.
Het in te zetten financieel instrument, middels een publiekrechtelijke
regeling, zal inhouden dat de commerciele omroepen die een vergunning
verkrijgen voor het gebruik van frequentieruimte een eenmalig bedrag per
kavel betalen. De opbrengst van de negen landelijke FM-kavels zal 15
miljoen euro bedragen. Voor de niet landelijke FM- en de AM-frequenties
zal eveneens een op deze frequenties toegesneden eenmalig bedrag worden
gevraagd. Hiermee kan een faire verdeling worden gemaakt tussen de
revenuen die door de commerciele omroepen (kunnen) worden behaald en de
waarde die aan de Staat toevalt.
De combinatie van een tijdelijke verlenging, een vergelijkende toets voor
nieuwkomers en een financieel instrument zorgt voor een faire verdeling
van de schaarse frequentieruimte en een optimaal gebruik van de ether
voor de korte termijn. Er is sprake van redelijk gelijkwaardige
frequentiepakketten, de huidige pluriformiteit in het media-aanbod blijft
gewaarborgd en luisteraars krijgen meer keuzemogelijkheden. Ook de vier
minderhedenzenders in de grote steden kunnen technisch worden
gefaciliteerd.
Het kabinet beschouwt de tijdelijke verdeling als een acceptabele
interim-oplossing, op weg naar een definitieve, langjarige verdeling.