Houten, The Netherlands, 17 July 2015 - In juni 2015 hadden bijna 2 miljoen Nederlanders Snapchat op hun smartphone geïnstalleerd. Dit zijn er bijna 900.000 meer dan een jaar geleden. De app, die gebruikt wordt voor het delen van foto's en video's, is voornamelijk populair onder tieners. 71 procent van de 12-19 jarigen heeft de app geïnstalleerd. Bij 20-29 jarigen ligt dit op 28 procent en bij 50-64 jarigen op 2 procent, zo blijkt uit het Dutch Apps Market-rapport van Telecompaper over de Nederlandse app-markt.
Naast Snapchat laat ook Instagram een flinke stijging van het aantal installaties zien. Vooral bij de groep 12-19 jarigen nam de populariteit van deze app sterk toe. Zo had vorig jaar 42 procent van hen de app geïnstalleerd, tegen 74 procent in juni 2015. In tegenstelling tot Snapchat is Instagram echter ook populair bij andere leeftijdsgroepen. Zo geeft 27 procent van de 30-39 jarigen aan de app ook op zijn of haar smartphone te hebben staan.
Verder blijkt uit het
rapport dat gebruikers de chat-functie van Facebook Messenger steeds beter beoordelen. 86 procent geeft aan de kwaliteit goed of zeer goed te vinden, een jaar eerder was dit nog 81 procent. De best beoordeelde app blijft WhatsApp, 98 procent van de gebruikers vindt de kwaliteit van de chat-functie goed tot zeer goed.
"Wat we zien is dat gebruikers fors minder tevreden zijn over de belfunctie van WhatsApp en Facebook Messenger, terwijl de chat-functie juist wel hoog wordt gewaardeerd", aldus Telecompaper-CEO Ed Achterberg. “Dit is in lijn met de lage tevredenheid over bel-apps in het algemeen en is inherent aan de manier waarop het gesprek voor 100 procent via een dataverbinding wordt opgezet. De beller is nu niet op de hoogte van de kwaliteit van het netwerk van de ontvanger. WhatsApp en Facebook kunnen hier nog een slag in maken door vooraf aan te geven of de ontvanger over een goede dataverbinding beschikt.”
Bron voor het
Dutch Apps Market-rapport is het doorlopende online onderzoek dat wordt gedaan binnen het Telecompaper Consumer Panel, waarbij elke zes maanden tenminste 10.000 Nederlandse consumenten ondervraagd over hun gebruik van mobiele telefonie, internet, tv en vaste telefoon.