Uit een analyse van 100 recente vaststellingsovereenkomsten blijkt dat slechts één daarvan volledig WW-proof is. Dat blijkt uit intern onderzoek van juridisch dienstverlener
MijnOntslagjurist, die zich dagelijks bezighoudt met het controleren van vaststellingsovereenkomsten voor werknemers.
“We zien keer op keer dat er belangrijke onderdelen ontbreken die nodig zijn om een WW-uitkering te krijgen,” vertelt Jan Pieter Smit, oprichter van MijnOntslagjurist. Samen met zijn collega’s controleert hij dagelijks de
vaststellingsovereenkomsten die werknemers via de site insturen. “Het gaat hier om overeenkomsten waarvan mensen denken dat ze prima zijn opgesteld. In werkelijkheid komt het recht op een uitkering in gevaar.”
Veelvoorkomende fouten in vaststellingsovereenkomsten
In het onderzoek, dat gebaseerd is op de meest recente 100 controles door MijnOntslagjurist, kwamen een aantal structurele tekortkomingen aan het licht. De meest voorkomende fout? De verkeerde of onvolledige formulering van het ontslagmotief.
“In 73% van de gevallen stond niet duidelijk in de overeenkomst dat er geen sprake is van een opzegverbod, zoals bedoeld in art. 7:670BW. ” legt Smit uit. “Dat is één van de voorwaarden van het UWV om überhaupt een WW-uitkering toe te kennen. Staat het er niet in, dan kun je zomaar maanden zonder inkomen zitten.”
Ook de opzegtermijn wordt in veel gevallen verkeerd toegepast. In 13% van de gecontroleerde overeenkomsten was daar geen rekening mee gehouden. “Zonder juiste fictieve opzegtermijn loop je het risico dat je WW-uitkering pas weken later ingaat. Dan sta je dus al die tijd met lege handen,” aldus Smit.
Verder ontbrak in 4% van de gevallen de wettelijk verplichte transitievergoeding. “Dat is gewoon geld waar je recht op hebt,” zegt Smit. “Hetzelfde geldt voor openstaande vakantiedagen. In 9% van de gevallen werden die niet uitgekeerd, en was er bovendien geen sprake van vrijstelling van werk. Dat zorgt voor verwarring over de laatste werkdag en het recht op loon.”
Geen kwade opzet, maar gebrek aan kennis
Volgens Smit is er meestal geen sprake van kwade opzet door werkgevers. “In de meeste gevallen wordt er simpelweg niet goed nagedacht, of is er sprake van een gebrek aan kennis over de formulering of de juridische gevolgen. Werkgevers gebruiken vaak standaardmodellen die ze van internet halen of ooit eerder hebben gebruikt. Maar elke situatie is anders, en kleine fouten kunnen grote gevolgen hebben voor de werknemer.”
Smit roept werknemers op om nooit zomaar akkoord te gaan met een vaststellingsovereenkomst zonder deze te laten controleren. “We doen dat gratis en zonder gedoe. Een goede overeenkomst voorkomt veel ellende achteraf.”