Lange tijd werd waterstof met scepsis bekeken. Te duur, te inefficiënt, te ingewikkeld. Critici wezen op de hoge energieverliezen bij productie, de lastige opslag en het gebrek aan infrastructuur. Waarom inzetten op waterstof als batterijen steeds beter worden en elektrificatie de meest voor de hand liggende route lijkt?
Toch lijkt dat beeld langzaam aan het kantelen. Niet zozeer bij de massa, wel bij de experts die waterstof zien als oplossing voor tal van industrieën en sectoren. Nu de energietransitie versnelt en de beperkingen van bestaande technologieën zichtbaar aan het worden zijn, groeit de interesse in waterstof voor verduurzaming of zelfs een fossielvrije economie.
Waarom waterstof deel uitmaakt van de energietransitie
Waterstof wordt gezien als een veelzijdige energiedrager. Met de mogelijkheid om het te produceren, op te slaan en te gebruiken voor verschillende toepassingen, ligt veel van het potentieel in de schakel tussen hernieuwbare energiebronnen en sectoren waar elektrificatie tekortschiet. En dat idealiter zonder directe CO2-uitstoot.
Het wordt aanschouwd als aantrekkelijk alternatief voor fossiele brandstoffen in sectoren waar elektrificatie onpraktisch of inefficiënt is, zoals staalproductie, waar waterstof steenkool kan vervangen bij het reduceren van ijzererts, of aan langeafstandstransport, waar batterijen vaak te zwaar en beperkt zijn in de actieradius.
Bovendien kan waterstof gebruikt worden voor het balanceren van het elektriciteitsnet. Aangezien wind- en zonne-energie wisselende hoeveelheden stroom opleveren, kan waterstofproductie via elektrolyse overtollige energie opslaan, die later – wanneer de vraag hoog is – weer kan worden omgezet in elektriciteit of gebruikt kan worden als brandstof.
De grote uitdaging zit in productie en efficiëntie
Hoewel de voordelen van waterstof duidelijk mogen zijn, blijft de werkelijke productie ervan op grote schaal iets dat nog op zich laat wachten. Momenteel is het grootste deel van de waterstof op de markt ‘grijze waterstof’, dat wordt geproduceerd uit aardgas met aanzienlijke CO2-uitstoot als gevolg. Voor een écht fossielvrije toekomst zijn we op zoek naar groene waterstof – de waterstof die wordt geproduceerd via elektrolyse, aangedreven door hernieuwbare energiebronnen.
Het probleem? Dat elektrolyse grote hoeveelheden elektriciteit vereist en het proces daarvoor nog niet efficiënt genoeg is om op grote schaal concurrerend te zijn met de fossiele brandstoffen. Daar komt bij dat de infrastructuur voor transport en opslag tot op heden ondermaats ontwikkeld is. Waterstof moet onder hoge druk of juist extreem lage temperaturen worden opgeslagen, en dat brengt zowel technische als logistieke kwesties met zich mee.
Simulaties in waterstofontwikkeling
Deze uitdagingen overwinnen vereist tijd en expertise, maar gelukkig wordt er steeds vaker geïnvesteerd in
waterstof simulaties; geavanceerde digitale modellen om de efficiëntie van waterstofproductie, opslag en distributie te optimaliseren. Door verschillende scenario’s door te rekenen, kunnen bedrijven zoals
Emmett Green bepalen welke strategieën het meest rendabel en duurzaam zijn. Cruciale feiten die nodig zijn om groene waterstof met succes in de praktijk te brengen.
De vraag lijkt uiteindelijk dus niet meer te draaien óf waterstof een rol gaat spelen in de energietransitie, maar hoe groot die rol precies zal zijn én hoe snel de barrières doorbroken worden. Eén ding lijkt zeker: het zijn de bedrijven en overheden die hier nu op inspelen, die een voorsprong ontwikkelen in een toekomst waarin schone energie steeds meer de norm zal worden.